Waar een ontmoeting tussen een Marokkaanse meubelmaker en een
Nederlandse sieradenontwerpster toe kan leiden
Een maand geleden klopte ik op zijn deur. We hadden elkaar één keer ontmoet, tijdens mijn eerste bezoek aan zijn dorp in Marokko. Een korte kennismaking, meer was het toen niet. Hij maakt meubels van auto- en fietsbanden zoals spiegels, tafeltjes, poefs en plantenbakken. Terug in Nederland wilde ik weer naar Marokko, voor een paar maanden dit keer. Frans leren, dat was mijn doel. Daar vul ik mijn dag niet mee, dus ook mijn sieraden spullen pakte ik in. Ik kan vast een keer met de ‘autobandenman’ samenwerken dacht ik.
Zo kwam het dat ik voor de tweede keer op zijn deur klopte. Hij herinnerde zich mij nog. ‘Welkom, welkom, hoe gaat het, wil je thee?’ Zittend op een van zijn autobandenpoefs in zijn werkplaats, dronken we mierzoete thee. Ik vertelde hem dat ik een tijd in het dorp zou blijven en vroeg of ik een keer bij hem kon komen werken aan mijn sieraden va fietsbanden. ‘Bien sûr, pas de probleme’. Een zin die hij nog vaak zou herhalen, kwam ik later achter.
De volgende middag liep ik met mijn gevulde rugzak door de hoofdstraat naar zijn werkplaats. Hij had al een oude fiets binnenband voor me geregeld. Na wat gekletst te hebben, begon ik een beetje onwennig aan mijn eerste sieraad. Buiten zittend op een stoel met een laag tafeltje naast me en een dekseltje op mijn knieën. Mijn stoel zo nu en dan verschuivend achter de pilaar om steeds een beetje schaduw te hebben. Het is improviseren, maar ‘ca marche’, het werkt.
Het bleef niet bij deze ene middag.
Er ontstond een ritme in onze samenwerking...
Na de terugkerende begroetingen over hoe het met me gaat en of ik goed heb geslapen, werken we beide aan ons eigen project. Kort daarna is het tijd om te koken. Wortels schrapen, knollen schillen (waarvan ik de naam niet eens weet), aardappels, courgette, uien en tomaten snijden. Het houten tafeltje blijkt een prima snijplank. Het is een bond gezelschap van groentes met een paar hompjes vlees, octopus, kokkels of ondefinieerbare stukken dier. Hij blijft variëren om mij de verschillende geneugten van de Marokkaanse keuken te laten proeven. Het eten van de geslachtsdelen van een geit is voor deze ex-vegetariër het toppunt. De ingrediënten worden netjes in een stevige pan gestapeld en de driehoekige deksel gaat er op. Anderhalf uur staat het te pruttelen en verspreidt er zich een heerlijke geur als de deksel even wordt opgelicht.
We ruimen samen de kookspullen op en gaan aan het werk. Als het weer mee zit werk ik buiten. Ik vind het heerlijk om het leven te aanschouwen, praatjes te maken met de verkopende buren en een toerist of expat mijn sieraden te showen. Sommige mensen lopen schuchter voorbij, anderen zijn juist geïnteresseerd in wat ik doe. Het zal best een raar gezicht zijn hoe ik daar voor de werkplaats zit. Bij de eerste ketting die ik verkoop vieren we een feestje. Dit is gaaf. Ik heb niet alleen een leuke werkplek gevonden met een geweldige collega, mensen waarderen ook wat ik doe.
Ondertussen is het tijd om de handen te wassen met een kopje water en wat zeep achterin het pand. Ooit was het een hotel, maar inmiddels is het een wat vervallen, donkere plek die als opslagruimte dient en een bron van inspiratie is. Regelmatig komt hij met iets aanzetten waarvan hij denkt dat het leuk is om in een sieraad te verwerken. Ik ben duidelijk niet de enige die geïnspireerd is door onze samenwerking.
De pan wordt voorzichtig omgekeerd op een grote schaal. De lunch kan beginnen. Ik scheur een stukje brood af en doop het in de saus. Die moet eerst geproefd worden. De broodstukjes zijn een vervanging van een vork, zodat je niet de hete groenten hoeft vast te pakken. Als laatste is het vlees aan de beurt, dat vriendelijk mijn kant op wordt geschoven. Eerder viel het me al op dat het vlees altijd als laatste wordt gegeten. Dat zou beter zijn voor de vertering.
Tijdens de lunch wordt er volop Frans gekletst. Tegen de tijd dat de thee wordt opgeschonken ben ik zo moe dat ik vooral luister. Ik luister naar de verhalen over enorme vissen die hij met zijn vriend ooit heeft gevangen, over zijn leven als jonge knul en de vele baantjes die hij heeft gehad. Geduldig legt hij het me nog eens uit als ik het niet begrijp. Ik leer niet alleen Frans, ik leer ook de Marokkaanse cultuur kennen. Zijn vrienden en verkopers uit de buurt, die regelmatig langs komen, kletsen graag mee. Ik begin aardig in te burgeren.
Na de lunch, thee en de lange verhalen gaan we weer aan het werk. Het is heerlijk om dan in stilte met mijn handen te werken en alle Franse woorden te laten bezinken. Zodra een sieraad af is of als ik geen zin meer heb, ruim ik op. Niks hoeft, alles mag. Het is mijn vakantie zegt hij vaak. Toch word ik gemist als ik later kom of een keer niet kom opdagen. We zijn aan elkaars gezelschap gewend geraakt en de band wordt hechter. Ik zit niet langer ongemakkelijk op mijn stoel. Dit is nu mijn ‘werkplek’. Zes dagen in de week ben ik hier te vinden. Soms lang, soms kort, maar altijd met plezier en ik ben altijd welkom. Als ik anderen vertel over wat ik doe en hoe ik hier terecht ben gekomen, sta ik weer even stil bij hoe bijzonder dit is. Niet alleen de vriendschappen en ervaringen die ik hier heb opgedaan. Het heeft me ook zo veel inspiratie gegeven. Dit is de plek waar het MMaakt RE CYCLE concept is geboren. Wie had dat gedacht toen ik in Nederland besloot om een paar maanden naar Marokko te gaan.